Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Historie

Ondanks alle goede voorzieningen van onze welvaartsmaatschappij zijn er mensen die in een uitzichtloze situatie zijn geraakt en in financiële nood verkeren. Dat urgente noden van alle tijden zijn bewijst de rijke voorgeschiedenis van SUN Nederland waarvan de rechtsvoorganger startte in 1914.

1854

Armenwet en Armenraden

Toen in de laatste decennia van de 19eeeuw duidelijk werd dat armoede geworteld is in maatschappelijke, politieke en economische omstandigheden werd ook duidelijk, dat de overheid niet langer op de handen kon blijven zitten en kerken niet langer alleen de verantwoordelijkheid voor verarmden op zich konden nemen. De organisaties voor caritas waren overbelast, in feite al vanaf de Armenwet van 1854. Dat legde de basis voor het opnemen van een artikel over samenwerking in de Armenwet van 1912, de zogenaamde Armenraden. En in 1914 voor het opzetten van brede samenwerking voor heel concrete problemen van burgers toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak.
1914

Oprichting Koninklijk Nationaal Steuncomité

De zeer pragmatische minister Wim Treub initieerde samen met Koningin Wilhelmina in augustus 1914 het Koninklijk Nationaal Steun Comité (KNSC) om de gevolgen van individuele noodsituaties snel op te pakken en de lokale steuncomités te bundelen en te ondersteunen. Dat werd een brede samenwerking, waaraan ook de vakbonden deelnamen en daarmee erkenning kregen.
1931

Nationaal Crisiscomité

Het lukte na de Eerste Wereldoorlog niet die brede samenwerking vast te houden. Daarvoor werd nog te vaak gedacht dat armoede een kwestie van een verkeerde mentaliteit was en dus een taak voor de kerken om burgers beter op te voeden. Die opstelling bleek onhoudbaar toen de economische crisis uitbrak. Voor het Koninklijk huis was dat reden opnieuw brede samenwerking te entameren en op die manier eensgezindheid te bevorderen. Erevoorzitter was prinses Juliana, beschermvrouwe ervan was koningin Wilhelmina. Juliana zou zich zeer actief met de inzet van het Nationaal Crisis Comité inlaten. De hulp bestond uit het uitdelen van goederen in natura als kleding en schoeisel (alle producten van Nederlands fabricaat). In het hele land komen plaatselijke crisiscomités.
1936

Nationaal Fonds Bijzondere Nooden

Mede om samenwerking bij nood een duurzaam karakter te geven ging het NCC op in het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden (NFBN). Het NFBN had tot doel de individuele hulpverlening te bevorderen aan mensen die door bijzondere omstandigheden zodanig in moeilijkheden waren geraakt, dat "verval tot armlastigheid dreigde". NFBN geeft, zo staat in de statuten, eenmalige steun aan individuen die daar ernstige behoefte aan hebben. Uitkering wordt alleen verstrekt als iemand buiten zijn/haar schuld niet in deze behoefte kan voorzien. Middelen werden verkregen door het organiseren van nationale en plaatselijke collecten. Het Fonds Stimuleerde de oprichting van Commissies van Samenwerking voor Bijzondere Nooden, om alle instanties van weldadigheid in gemeenten te coördineren. Het NFBN kende een zeer brede samenstelling van betrokkenen uit de kring van overheidsbestuurders, vakbonden, kerken en instellingen. De samenwerking oversteeg de zuilen en standenmaatschappij. In bijna alle gemeenten kwamen Commissies voor Bijzondere Noden. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog zette het NFBN haar ondersteuning voort, in veel gemeenten kon NFBN in de oorlog individuele huishoudens ondersteunen en ook de mensen die getroffen waren door het bombardement op Rotterdam konden rekenen op het Fonds. In 1943 werd het bestuur door de Duitse bezetter ontslagen.      
1947

Hervatting NFBN na Duitse bezetting

Het archief van NFBN werd in 1943 in veiligheid gebracht, maar helaas werd het archief later alsnog vernield door het geallieerde bombardement op het Bezuidenhout. Na de oorlog heeft het NFBN, op verzoek van de toenmalige minister Willem Drees, het werk weer volledig opgepakt. Het Koninklijk Huis bleef betrokken, maar het aantal Commissies daalde in de jaren vijftig. In 1957 waren er nog maar 220.
1965

Komst van de Algemene Bijstandswet

Toen de Algemene Bijstandswet in 1965 in werking trad begon de overheid zich uit het NFBN terug te trekken. De Algemene Bijstandswet was hét vangnet waar iedereen op had zitten wachten, armoede zou door de overheid worden uitgebannen. In 1967 werd de subsidie voor het Nationaal Fonds stopgezet. Het Fonds ging op basis van legaten en donaties op bescheiden schaal door. Hulpverleners konden op hen een beroep doen. Lokale samenwerking voor noodhulp bleef bestaan in Amsterdam, Den Haag, Breda en Leiden.
2013

SUN Nederland wordt opgericht

Op initiatief van het Fonds Bijzondere Noden Amsterdam en met steun van in het bijzonder de Bylandtstichting in Den Haag, de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht en het Fonds DBL in Rotterdam werd een uitvoeringsstichting Stichting Samenwerking voor Urgente Noden vanaf 2004 voorbereid. De Stichting ging de werkwijze van publiek-private samenwerking weer propageren en hielp nieuwe stichtingen in het leven te roepen. Doel: zorg er samen voor dat in geval van nood mensen in nood ook worden bereikt en hulp niet van toeval afhangt. Een Stichting Urgente Noden is dan in alle gevallen een achtervang en bewaker en waar mogelijk ondersteuner van de vele initiatieven die er lokaal reeds zijn. Die aanpak ging in afstemming met het Nationaal Fonds. In 2012 werd besloten, dat  de activiteiten ondergebracht worden bij het Nationaal Fonds, dat daartoe eind 2012 de naam wijzigde in Stichting Urgente Noden Nederland (SUNN).
2022

26 SUN-noodhulpbureaus actief in ruim 100 gemeenten

Anno 2018 zijn er 26 noodhulpbureaus die de brede samenwerking van overheid, professionele hulp- en dienstverlening, fondsen en andere donateurs en kerken koesteren als een unieke parel in de Nederlandse samenleving. De werkwijze van SUN-noodhulpbureaus is voort gekomen uit een lange traditie van noodhulp en bouwt voort op alle kennis die in de afgelopen 100 jaar is opgedaan. SUN Nederland vindt dat noodhulp niet van toeval afhankelijk mag zijn en streeft daarom naar landelijke dekking en is, met steun vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en een aantal vermogensfondsen, druk doende om deze ambitie gestalte te geven. Zie onze overzichtskaart voor de gemeenten waar wij gevestigd of in gesprek zijn.