Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Estafettecolumn: Marc Mulder

Gered!

Terwijl ik het gebouw van de NPO uitloop voel ik de warmte van de zon op mijn huid. Ik schenk er geen aandacht aan. In mijn hoofd ben ik weer in de studio, bij wat ik daar heb verteld. Ik deel mijn ervaringen over schulden wel vaker, maar vrijwel nooit mijn beleving van zelfmoordgedachten. Dit keer wél. Dit is toch iets anders. Ik voel een leegte en tegelijk verwachtingvolle spanning, maar van wat?

Om mij heen staan wachtende reizigers. Zouden zij beseffen hoe ingrijpend schuldenproblematiek kan zijn? Tijdens het interview deelde ik hoe de onmogelijkheid om mijn schulden op te lossen mij steeds verder deed wegzinken in moedeloosheid. Mijn zelfvertrouwen en eigenwaarde verdwenen langzaam in een moeras van onmogelijke verwachtingen. Ik verloor alle geloof dat de problemen ook daadwerkelijk opgelost konden worden.

Zodra ik toegaf aan de druk om te voldoen aan eisen en vragen die aan mij gesteld werden, zag ik eigenlijk maar één uitweg: een einde aan mijn leven maken. Om deze gedachten te ontlopen sloot ik mij af voor het hele probleem. Ik zag geen andere manier om dit te overleven. Jaren later was ik nauwelijks verder gekomen. Steeds weer nieuwe eisen en vragen, niemand die zich afvroeg hoe het mij verging en niemand die zich leek af te vragen of ik misschien wat hulp of ondersteuning kon gebruiken.

Al jaren lag er beslag op mijn inkomen. Als mijn resterende salaris werd overgemaakt, was dat precies genoeg om de vaste lasten te betalen. Het geld van mijn toeslagen gebruikte ik om van te leven. Toen de belastingdienst de toeslagen ging verrekenen met een vermeende schuld, hield ook dat op. Ik kon geen eten meer kopen en was ten einde raad. Het onoplosbare probleem was acuut geworden en ik wist niet wat te doen! Niet langer kon ik de problemen negeren.

Ik moest iéts doen en ging naar een kantoortje, waarvan ik dacht dat daar hulpverlening zat. Mijn geluk was dat ik bij het juiste adres was. De Sociaal Raadslieden verwezen mij naar iemand die een gift regelde van een noodfonds, zodat ik eten kon kopen voor de komende dagen. Ondertussen werd ik aangemeld bij de Voedselbank en werd ik geholpen een bezwaar in te dienen richting Belastingdienst. Zonder het toen te beseffen was dit het keerpunt. Er werd iets in gang gezet wat er uiteindelijk toe heeft geleid dat ik weer ging geloven dat ik uit de problemen kon komen.

Wachtend op het stationnetje groeit het besef dat het makkelijk anders had kunnen aflopen. Wát als dat kantoortje niet van hulpverlening was geweest. Wat als deze hulpverleners niet écht geïnteresseerd waren geweest in mijn nood. Wat als je móet handelen en het enige handelen dat je voor je ziet is om een einde aan je leven te maken? Als ik er zo over nadenk, besef ik dat de hulp van het noodfonds en de Voedselbank juist dat laatste hebben helpen voorkomen. Dankzij deze directe hulp was het probleem niet urgent meer en is die uiteindelijke stap nooit een reële optie geworden.

Gedurende deze overpeinzingen realiseer ik me des te meer hoe heerlijk het is om hier buiten in de zon te staan. Ik voel dat ik leef. Om mij heen staan wachtende reizigers. Ik bedenk dat ik leef met een onrust omdat veel anderen nooit de noodzaak van verandering zullen voelen zoals ik dat voel. Ik ben blij dat ik alles wat ik heb meegemaakt kan inzetten om het beter te maken voor anderen. De onrust raak ik nooit kwijt, maar zet ik in om écht iets te veranderen. Gelukkig kan dat omdat ik ooit geholpen ben toen ik niet kon leven met de problemen die ik voelde.

Heb jij zelfmoordgedachten?
Praten hierover kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.