Binnenkort is het Prinsjesdag, maar voor deze column gaan we even terug naar dinsdag 19 september 2023. Misschien zegt die datum u niets, maar het was de derde dinsdag van september in 2023 en voor mij was het de eerste Prinsjesdag die ik als volksvertegenwoordiger mocht meemaken.
Prinsjesdag is toch best een happening. Formeel is het een vergadering van de Staten Generaal, de Eerste en Tweede Kamer gezamenlijk, waarin de Koning namens de regering de plannen voor het komende jaar bekend maakt. Voor mij was het toch wel een indrukwekkend moment en misschien komt het daardoor dat ik niet veel van de toespraak van de Koning heb onthouden. Eén ding heeft grote indruk op me gemaakt en niet in positieve zin. Ik hoorde de Koning met trots zeggen: “Dat betekent in de eerste plaats dat het kabinet ongeveer 2 miljard euro aan koopkrachtmaatregelen neemt, zodat de armoede niet toeneemt”.
Pas toen ik naar buiten ging en terugliep naar het gebouw van de Eerste Kamer, realiseerde ik me hoe vreemd deze uitspraak eigenlijk is. Natuurlijk spreekt de Koning namens de regering, ik neem hem dus helemaal niets kwalijk, maar hoe kun je nu als regering met trots uitspreken dat de armoede niet toeneemt! In een welvarend land als Nederland, met zoveel rijke mensen, zouden we toch maatregelen moeten nemen dat de armoede zo snel mogelijk helemaal verdwenen is. Pas als dat gelukt is, kunnen we tevreden en trots zijn.
Ook de nieuwe regering komt met een Hoofdlijnenakkoord met een tekst waar ze trots op zijn: “Het nieuwe kabinet streeft er dan ook naar om de (kinder-)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024.” Hetzelfde laken en pak. Trots dat de armoede blijft bestaan.
Iedere donderdagochtend worden op het SUN-kantoor in Leeuwarden de aanvragen gewogen voor een bijdrage vanuit het noodhulpbureau voor mensen die met urgente nood te maken krijgen. Wekelijks voor Friesland zo’n 20 mensen die vanwege financiële problemen en gebrek aan voorzieningen een beroep moeten doen op SUN. Als ik die aanvragen lees, dan word ik steeds weer met de neus op de feiten gedrukt: de armoede wordt zichtbaar in mensen die hun huis worden uitgezet, omdat ze de huur niet meer konden betalen. Mensen die na lang op straat geleefd te hebben eindelijk een huis hebben, maar geen geld om ook maar een meubeltje aan te schaffen. Kinderen waarvoor geen laptop voor school gekocht kan worden, jongeren die nog geen fiets kunnen kopen om naar hun opleiding te gaan.
Goed dat er SUN-noodhulpbureaus zijn die de urgente nood kunnen lenigen, maar ik zou in ons welvarende land liever structurele oplossingen zien. Wanneer kan ik trots zijn op een land waarin armoede niet meer bestaat?
Hetty Janssen
Lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal
Voorzitter SUN Friesland